Wilt u de reserves die uw bv niet nodig heeft voor de bedrijfsvoering gebruiken voor privé uitgaven, dan zijn er verschillende mogelijkheden om geld uit uw bv te halen.
U kunt dividend uitkeren. Dat kost u 24,9% inkomstenbelasting over de eerste € 67.000, en 33% over het meerdere. Heeft u een fiscale partner, dan wordt pas boven € 134.000 het hoge tarief berekend. Het nettobedrag kunt u naar eigen wens besteden en na betaling van de belasting laat de Belastingdienst u met rust. Althans, voor deze dividenduitkering.
Er is een mogelijkheid om het geld van uw bv voor privéuitgaven te gebruiken zonder dat u direct belasting moet betalen. De bv keert de reserve niet uit als dividend, maar leent u het geld. Het geld blijft eigendom van de bv. Het gevolg is dat u rente en aflossing moet betalen aan uw eigen bv. De rente die u betaalt is winst voor de bv. De schuld aan de bv geeft u aan als een schuld in box 3, of de rente in box 1 voor een eigenwoninglening. Een lening is pas een lening als hij wordt afgelost. U moet daadwerkelijk aflossing aan uw bv betalen.
De verleiding is groot om geen aflossing of rente te betalen. Het is uiteindelijk toch uw eigen geld? De Belastingdienst ziet dat anders. U mag best van uw bv lenen, maar wel onder zakelijke voorwaarden. Denk aan voorwaarden zoals uw bv die zou stellen bij een lening aan iemand anders, of de voorwaarden die een bank stelt. Een lening onder onzakelijke voorwaarden kan worden gezien als een uitkering van de winstreserve, waarover gewoon inkomstenbelasting moet worden betaald. En dat wilde u nou juist voorkomen.
1. Schriftelijke overeenkomst
Een schriftelijke overeenkomst is het eerste waar de Belastingdienst naar vraagt. In die overeenkomst spreekt u met uw bv af wat de rente zal zijn en binnen welke termijn de lening wordt afgelost. U spreekt af welke zekerheden u de bv verschaft. De overeenkomst moet door u en de bv worden getekend. Bent u zelf directeur, dan tekent u twee keer: een keer als directeur, en een keer als schuldenaar. Een beetje vreemd, maar het moet wel.
2. Rentevergoeding
De rentevergoeding is reëel en marktconform. U moet een rente overeenkomen die ook tussen partijen die niet met elkaar verbonden zijn zou worden berekend. Het is erg lastig om een vast percentage te noemen. De hoogte van een zakelijke rente is onder meer afhankelijk van de mate van risico die de bv loopt. Vaak wordt aangesloten bij het U-rendement. Dat is de rente op obligatieleningen, bijvoorbeeld staatsobligaties. Die rente is echter vrij laag, omdat het risico laag is. Een lening aan u is, bezien vanuit de bv, waarschijnlijk riskanter. Daarom wordt het U-rendement verhoogd met een risico-opslag. Hoe hoog die moet zijn hangt van de feitelijke omstandigheden af.
3. Aflossen lening
De lening moet worden afgelost. Zonder aflossing is het immers geen lening. De aflossing moet reëel zijn. Een looptijd van bijvoorbeeld 50 jaar is te lang om reëel te zijn. In de leningovereenkomst wordt vastgelegd op welke termijn de lening moet worden afgelost, in welke bedragen en op welke momenten.
4. Zekerheid van de schuldeiser
Een bank die geld uitleent zal heel vaak een zekerheid eisen van de schuldeiser. Uw bv zal dat voor de lening aan u ook moeten doen. Het kan een pandrecht zijn, maar beter is het veel sterkere recht van hypotheek. Hoe sterker de zekerheid, hoe lager de rente. Heeft u een woning, dan kunt u uw bv het recht van hypotheek verschaffen. Daarvoor moet u langs de notaris. Bij minder sterke vormen van zekerheid kan de Belastingdienst de zakelijkheid makkelijker betwisten. De ooit veelgebruikte ‘positieve/negatieve hypotheekverklaring’ is meestal onvoldoende. De schuldenaar zegt daarmee toe op op eerste verzoek van de schuldeiser een hypotheek te vestigen en om aan anderen geen hypotheekrecht te verschaffen.
Het opschrijven van de voorwaarden is niet voldoende. U moet zich er ook aan houden. Laat u de afgesproken betaling van rente en aflossing langere tijd achterwege, dan wordt de lening onzakelijk. Een onafhankelijke derde als een bank zou wanbetaling niet accepteren. U loopt het risico dat de Belastingdienst de lening beschouwt als een winstuitdeling waarover u inkomstenbelasting moet betalen.
Bij het beoordelen van een leningaanvraag zal een bank kijken naar de betalingscapaciteit (het inkomen), de solvabiliteit (samenstelling van het vermogen) en of de geldlener voldoende zekerheden kan stellen. Hoe vreemd het ook klinkt, uw eigen bv moet dat ook doen. Duidelijk moet zijn dat u genoeg inkomen heeft om de lasten te kunnen betalen en dat u uiteindelijk in staat bent om het geleende terug te betalen. Als de Belastingdienst aannemelijk kan maken dat u niet kunt terugbetalen, dan zal hij stellen dat de gelden uw bv definitief hebben verlaten. Het uitgeleende bedrag is verdwenen, en de bv lijdt een niet aftrekbaar verlies. U krijgt als aandeelhouder een aanslag inkomstenbelasting over het geleende bedrag.
U kunt uw woning financieren met een lening van uw eigen bv. Het is ook mogelijk om een bestaande lening bij een bank om te zetten in een lening van uw bv. Voordeel is dat de rente niet naar een derde gaat, maar naar uw eigen bv. De rente voor de financiering van uw woning (aankoop, onderhoud en verbetering) is aftrekbaar. De bv moet de ontvangen rente bij de winst tellen.
De betaalde rente is alleen aftrekbaar als u afspreekt dat de lening in niet meer dan 360 maanden volgens een annuïtair schema naar nul wordt afgelost. U moet dat ook daadwerkelijk doen. Minder aflossen mag, maar dan is de rente niet meer aftrekbaar. Heeft u vóór 2013 een aflossingsvrije lening afgesloten voor uw woning, dan mag de nieuwe lening bij uw bv ook aflossingsvrij zijn. U moet dan wel maatregelen treffen om de lening na het einde van de looptijd te kunnen aflossen.
Veel ouders willen hun kinderen graag helpen om in deze dure tijden een woning te bemachtigen. Voor hen kan uw bv als bank van lening dienen. Hierbij is net zo goed van belang dat de voorwaarden voldoende zakelijk zijn. Te lage rente en/of een irreële aflossingseis kunnen leiden tot een schenking aan de kinderen. Zij moeten schenkbelasting betalen, ook al is de bv de schenker. Omdat de bv die schenking alleen maar doet omdat u als aandeelhouder dat wil, wordt de schenking eerst bij u als inkomen belast. Uw kind betaalt schenkbelasting. Het zal duidelijk zijn dat deze gevolgen vermeden moeten worden.
Een rekening-courantverhouding is kortlopend en heeft geen vaste bedragen en geen vaste aflossingen. Het bedrag fluctueert, het kan zowel positief als negatief zijn. Het krediet heeft vaak een maximum. Een rekening-courantverhouding kan handig zijn om betalingen die de aandeelhouder voor de bv doet, of andersom, te verrekenen. Het is verstandig om de voorwaarden in een overeenkomst vast te leggen. Een geldlening is een vast bedrag dat in een vastgestelde periode moet worden terugbetaald.
De rente die op een lening van de bv moet worden betaald wordt soms ‘bijgeschreven’. De rente wordt niet betaald, maar schuldig gebleven aan de bv. Meestal wordt dit bedrag toegevoegd aan de rekening-courantschuld. Het is beter om de rente daadwerkelijk te betalen. Bijschrijving kan, maar alleen als de betaling van het bijgeschrevene mogelijk is en onder reële voorwaarden. Zijn die er niet, dan ziet de Belastingdienst de bijgeschreven rente als een belaste uitdeling van winst. Is het een lening voor de eigen woning, dat is de rente over de bijgeschreven rente niet aftrekbaar.
Met ingang van 2023 is een maatregel ingevoerd die het lenen van de bv minder aantrekkelijk moet maken. Is de stand van de lening op 31 december 2024 meer dan € 500.000, dan wordt het meerdere direct belast. Voor deze grens telt een lening voor de eigen woning niet mee, maar alleen als u aan de bv het recht van hypotheek heeft gegeven. Dat kan alleen via de notaris. Dit geldt dan weer niet voor leningen van vóór 2023. Daarvoor is geen hypothecaire inschrijving nodig. Het invoeren van een absolute drempel van € 500.000 betekent niet dat leningen onder dat bedrag vanzelf ‘veilig’ zijn. Voor deze leningen blijft de zakelijkheid onverkort van belang.
Lenen van de eigen bv is heel populair. Het is veilig als u voldoet aan de eis dat de verhoudingen zakelijk zijn en dat de voorwaarden goed zijn vastgelegd. Wilt u geen risico’s lopen, dan is het verstandig om deskundig advies in te winnen.