De overdracht van het bedrijf is voor elke ondernemer een belangrijke gebeurtenis met grote gevolgen. Een goede voorbereiding is van groot belang om te voorkomen dat onnodig veel aan de Belastingdienst moet worden afgedragen. We beschrijven een aantal aspecten vanuit de positie van de ondernemer in een bv-structuur en die van de eenmanszaak/firmant.
Vanuit een bv-structuur
De bv-ondernemer heeft als het goed is de structuur zo opgezet dat een koper ofwel de aandelen van de bv waarin de onderneming zit, ofwel de activa en de passiva overneemt van die bv. Veel structuren zijn zo ingericht dat de eigenlijke onderneming is ondergebracht in een werkmaatschappij waarvan de aandelen in bezit zijn van een holding- of beheer-bv.
Verkoopt de holding de aandelen in de werkmaatschappij, dan blijft een eventuele winst die de holding daarbij behaalt onbelast. Pas als de opbrengst naar de aandeelhouder/ondernemer in persoon wordt doorgesluisd is 26,9% inkomstenbelasting verschuldigd (tarief 2022). Verkoopt de werkmaatschappij de onderneming rechtstreeks aan de verkoper, dan wordt de winst belast met vennootschapsbelasting.
Een structuur die niet optimaal is kan in veel gevallen voorafgaand aan de overdracht worden aangepast. Dit kost echter tijd, onder andere omdat u rekening moet houden met fiscale termijnen die kunnen oplopen tot meerdere jaren.
Vanuit de eenmanszaak of firma
Bij verkoop van de gehele onderneming/ firma aandeel moet de ondernemer inkomstenbelasting betalen over het verschil tussen de opbrengst en de boekwaarde van de onderneming. Die eindafrekening kan worden uitgesteld door de aankoop van een lijfrente bij een verzekeringsmaatschappij. Het bedrag van de aankoop kan tot een bepaald maximum worden afgetrokken van het inkomen. Hoe hoog dat maximum is hangt onder meer af van de leeftijd van de ondernemer en van het bedrag aan premies voor pensioenvoorzieningen dat hij in de jaren daarvoor heeft afgetrokken van zijn inkomen. Over de in de toekomst te ontvangen uitkeringen moet inkomstenbelasting worden betaald.
Het kan gebeuren dat de koper niet genoeg geld heeft om de overnamesom te betalen. Dan kan worden overeengekomen dat de koopsom schuldig wordt gebleven. Dit is uiteraard niet zonder risico omdat de kans bestaat dat de koper uiteindelijk niet aan zijn financiële verplichtingen zal voldoen. De overdragende ondernemer heeft in zo’n geval dubbele schade. Hij heeft inkomstenbelasting betaald over de behaalde eindafrekeningswinst en hij is zijn geld kwijt. Tot overmaat van ramp kan hij het geleden verlies niet aftrekken van zijn inkomen, tenzij in het overnamecontract en de daarbij behorende leningsovereenkomst is bepaald dat de onderneming bij wanbetaling weer terugkomt bij de verkoper. Een ongewenst situatie, want hij wilde er nu juist vanaf!
Als de koper de koopsom niet kan financieren kunnen partijen ervoor kiezen om (een deel van) de koopsom te verrekenen in de vorm van een lijfrente die ten laste van de koper komt. Nadeel is dat de verkoper voor de ontvangst van de lijfrente-uitkeringen afhankelijk is van de koper. Kan die het niet bolwerken, dan kan de verkoper naar zijn geld fluiten. Andersom zit de koper lange tijd vast aan de verplichting om de verkoper een lijfrente uit te keren.
Schenkbelasting en bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)
Betaalt een bedrijfsopvolger minder dan de werkelijke waarde van de onderneming, dan komt de schenkbelasting om de hoek kijken. Dit doet zich regelmatig voor als de onderneming wordt overgenomen door de kinderen van de ondernemer. De kinderen worden bevoordeeld en die bevoordeling zien we als een te belasten schenking. Na toepassing van de vrijstelling van € 5.677 moet over de eerste € 130.425 10% schenkbelasting worden betaald en voor zover de schenking hoger is dan dat bedrag 20%. Omdat het geld om de schenkbelasting te betalen er vaak niet is heeft de wetgever de bedrijfsopvolgingsregeling, ook wel BOR genoemd, in het leven geroepen. Deze regeling kan veel belasting besparen, maar alleen als aan alle voorwaarden is voldaan. Juist door die voorwaarden is de regeling bijzonder ingewikkeld geworden. Wordt de overdracht uitgevoerd met een juiste vervulling van alle voorwaarden, dan blijft de waarde van de onderneming tot een bedrag van € 1.134.403 vrij van schenkbelasting. Van het meerdere wordt 83% vrijgesteld. Voor zover nog een bedrag te betalen overblijft kan uitstel van betaling worden verkregen.
De BOR geldt zowel voor ondernemingen die als eenmanszaak zijn vormgegeven als voor ondernemingen in bv-vorm. Een belangrijke voorwaarde is dat het moet gaan om een echte onderneming. Een bv die bijvoorbeeld, alleen maar ter belegging aangehouden verhuurde panden heeft valt niet onder de regeling. De onderneming moet in de vijf jaren voorafgaand aan de schenking door de ondernemer zijn gedreven. Is de onderneming ondergebracht in een of meer bv’s, dan moet de aandeelhouder in die vijf jaren een minimumaandeel van 5% in de bv hebben gehouden. Voor de erfbelasting gelden dezelfde voorwaarden, met dien verstande dat de onderneming of de aandelen tenminste een jaar voor het overlijden in het bezit van de erflater zijn geweest.
Aan de overnemers wordt de eis gesteld dat zij de onderneming tenminste vijf jaar voortzetten, of de aandelen in de bv niet binnen vijf jaar van de hand doen. Doen zij dat toch, dan vervalt de aanvankelijk benutte vrijstelling. De Belastingdienst zal voor de daardoor verschuldigde belasting een aanslag sturen.
De BOR is een riante tegemoetkoming, maar helaas zijn de spelregels heel ingewikkeld. Bij een beroep op de regeling moet zorgvuldig worden geopereerd. Het is noodzakelijk om tijdig te beginnen met de voorbereidingen, waarbij de inzet van een deskundige zeer is aan te raden.
Bij de eenmanszaak of firma
Onder voorwaarden kan de inkomstenbelasting die verschuldigd wordt bij verkoop of overdracht van de onderneming/firma aandeel worden doorgeschoven naar de overnemer. Een van de voorwaarden is dat de overnemer gedurende tenminste 36 maanden voorafgaand aan de overdracht heeft meegedeeld in de winst. Is de overnemer een werknemer die in de 36 maanden voor de overdracht in dienst was van de onderneming dan is ook aan de voorwaarde voldaan. De overnemer moet de onderneming voortzetten.
Bij een bv-structuur
Alleen als de aandelen worden overgedragen tegen een prijs die lager is dan de marktwaarde (schenking) kan de belastingclaim worden doorgeschoven. De overnemer moet dan wel gedurende 36 maanden in loondienst werkzaam zijn geweest voor de onderneming. Is er geen sprake van een schenking, dan moet worden bekeken op welke andere wijze de overdracht fiscaal voordelig kan worden gerealiseerd. Bespreking van die mogelijkheden valt buiten het kader van dit artikel.
Voor een optimale begeleiding van een bedrijfsoverdracht moet je ruim de tijd nemen. De fiscale regelingen die een soepele overgang mogelijk maken vereisen vaak het in acht nemen van termijnen. Niet vergeten mag worden dat een bedrijfsoverdracht ook financiële en juridische gevolgen heeft die in samenhang moeten worden bezien. Denk bijvoorbeeld aan het inkomen van de afscheidnemende ondernemer, of de inrichting van de contracten die de overdracht juridisch in goede banen moet leiden. Een advies waarbij rekening wordt gehouden met alle factoren is onontbeerlijk.